Pharmamarketeer

Waarom we niet zeker weten of mensen Immuniteit na covid-19 krijgen

Immuniteit na covid-19

Mensen die het nieuwe coronavirus hebben gehad willen graag weten of ze weerstand hebben opgebouwd tegen covid-19. Op de website van het RIVM staat dat het niet zeker is of mensen de ziekte een tweede keer kunnen krijgen. Hoe groot is die onzekerheid? En hoe kunnen we die verkleinen?

Welk deel van de mensen immuun wordt is onduidelijk. “Daar is geen getal aan te hangen”, zegt Debbie van Baarle, hoogleraar immunologie aan het UMC Utrecht en verbonden aan het RIVM. “Als iemand niet zo ziek is geweest, dan lijkt de kans klein dat diegene opnieuw ziek kan worden, maar we kunnen het niet uitsluiten.”

Opnieuw besmetten

De enige manier waarop je absolute zekerheid krijgt is door mensen opnieuw bloot te stellen aan het virus, zegt Marjolein van Egmond, hoogleraar immunologie aan het Amsterdam UMC. “Maar ethisch gezien is het onacceptabel om gezonde mensen te besmetten met een potentieel dodelijk virus waartegen geen medicijn bestaat.”

Er zijn overigens al mensen die zich vrijwillig willen laten besmetten met het virus voor vaccinonderzoek, maar ethici zien dat momenteel ook als een no-go.

Voorlopig moeten de antwoorden dus komen uit andersoortig onderzoek. Tot nu toe was er veel aandacht voor de antistoffen die virusdeeltjes neutraliseren. Minder aandacht was er voor de rest van het immuunsysteem, waarin allerlei cellen onmisbare functies vervullen.

“Voor een goede afweerreactie hebben antistoffen en immuuncellen elkaar nodig”, zegt Van Baarle. “We moeten nu meer zicht krijgen op de rol die de verschillende onderdelen van het afweersysteem spelen bij de bestrijding van dit nieuwe coronavirus. Dat is een hele puzzel.”

Puzzelstukjes

Over één puzzelstukjes werd onlangs meer duidelijk. In het bloed van mensen die een milde variant van covid-19 doormaakten, vonden Amerikaanse wetenschappers specifieke afweercellen, zogeheten T-cellen, die het virus herkennen.

Dat stemt hoopvol. “Dit past bij wat je verwacht als het lichaam immuniteit opbouwt”, zegt Van Egmond. “Kanttekening is dat we nog niet weten of die cellen daadwerkelijk bijdroegen aan het herstel. Vergelijk het met het vinden van een fiets bij iemand in de schuur. Zo’n vondst bewijst niet dat iemand kan fietsen. Het is aannemelijk, maar je weet het niet zeker.”

Om beter te begrijpen of die cellen hebben geholpen, wil Van Baarle weten of er verschillen zijn in de cellen die je aantreft bij mensen met milde klachten, zoals in het Amerikaanse onderzoek, en mensen die bijvoorbeeld op de IC lagen. “Op die manier krijg je zicht op het type immuunreactie dat ervoor zorgt dat een infectie goed wordt opgeruimd.”

Aangeboren afweer

Een puzzelstuk waar we volgens Van Baarle nog weinig over weten is het aangeboren immuunsysteem. “Dat bestaat uit cellen die altijd klaarliggen. Zij signaleren het virus heel kort na de infectie en ze produceren signaalstoffen die het specifieke, aangeleerde afweersysteem activeren. Dat aangeleerde afweersysteem produceert ook de antistoffen. Hoe het aangeboren afweersysteem in actie komt bij een infectie met het nieuwe coronavirus, weten we nog niet.”

Ook over de antistoffen zelf is nog veel te leren. “Naarmate we ouder worden keldert het aantal immuuncellen”, zegt Jacques van Dongen, hoogleraar medische immunologie bij het LUMC. “Veel ouderen hebben daardoor ook minder cellen die na herkenning van het virus stapsgewijs steeds betere antistoffen maken en die zich kunnen specialiseren tot antistoffenfabriek.”

“Wie begint met minder van die zogeheten naïeve B-cellen, heeft een kleinere kans op een cel die zich snel opwerkt tot een ‘fabriek’ die perfect passende antistoffen produceert. Sommige mensen hebben dus meer tijd nodig om goede antistoffen te maken of slagen daar überhaupt minder goed in.”

Van Dongen wil kunnen voorspellen hoeveel moeite afweersystemen zullen hebben om de infectie op te ruimen. Daarvoor zoekt hij naar verbanden tussen de populatie naïeve B-cellen, het verloop van de ziekte, de nieuw aangemaakte afweercellen en de kwaliteit van de antistoffen.

Cellen met geheugen

Tot slot willen de immunologen weten welke geheugencellen er in welke hoeveelheden worden aangemaakt. Dat zijn de cellen die ervoor moeten zorgen dat er bij een nieuwe infectie razendsnel weer nieuwe antistoffen en specifieke afweercellen worden geproduceerd en dat het virus snel wordt opgeruimd.

De puzzel is niet zomaar gelegd. “Dit is geen kwestie van maanden, maar van jaren”, zegt Van Baarle. “Ieder puzzelstukje helpt ondertussen wel de vaccinontwikkeling. Als je weet wat er in het lichaam moet gebeuren om het virus op te ruimen, dan kun je daarop aansturen met je vaccin.”

Medhc-fases-banner
Advertentie(s)